Roti betekent in het Hindi “brood”. Roti komt oorspronkelijk uit de Indiase keuken. Het is een soort hartige pannenkoek die verschillende vullingen kan hebben, zoals aardappelen of erwten. Na de emigratiegolf in de jaren ’70 is roti een populair afhaalgerecht geworden.
Roti wordt met een aantal bijgerechten geserveerd, zoals kousenband, aardappelen, eieren en verschillende soorten vlees (kip, rund, eend), alle meestal gekruid met massala, een currysoort. Het gebruik is de roti met de handen te eten…
Bami is afkomstig is uit Indonesië. De Surinaamse bami wordt klaargemaakt met een samenstelling van eigen kruiden en specerijen, waardoor het donkerder van kleur is en een eigen smaak heeft. In de Surinaamse keuken zijn er twee soorten bami: Tjauwmin (Chinese variant) en Bami (Javaanse variant)
Pom is van origine een Joodse ovenschotel is. Het is ook het populairste ovengerecht in de Creoolse Surinaamse keuken. Pom wordt gemaakt van de wortelknollen van de tayer, die in het binnenland van Suriname groeit. In de volksmond noemt men deze tayer pongtaya of pomtayer. Pom wordt vaak gegeten in combinatie met witte rijst.